Economy, Environment and Demography in History

De reeks Economy, Environment and Demography in History beoogt de publicatie van hoogwaardige en vernieuwende monografieën en overzichtswerken over economische geschiedenis, ecologische geschiedenis en landschapsgeschiedenis.

De redacteurs zijn Erik ThoenEric Vanhaute en Isabelle Devos, professoren geschiedenis aan de Universiteit Gent.

 

2014: Wouter Ronsijn, Commerce and the countryside. The rural population’s involvement in the commodity market in Flanders, 1750-1910 (go to publisher website)

The involvement of rural populations in market activities in the past is still debated. Were people lured into the market by the prospect of a better lifestyle, or pushed into the market for lack of any alternative means of coping? This book investigates the involvement of Flanders’ rural population in commodity markets in the eighteenth and nineteenth centuries. Flanders has been one of the most urbanised regions in Europe since the Late Middle Ages, and it has had a highly diverse and productive agricultural sector. Cereal exports and rural proto-industry were behind the economic expansion of the Flemish countryside in the eighteenth century, but in the nineteenth century the region slid back into deep poverty. This book studies two different regions in Flanders in a comparative way. It focuses on the extent of market involvement of rural producers, the circumstances in which producers were involved, and the extent to which markets were accessible to them. It is argued that rural social structure had more influence on the extent of market involvement than accessibility of the markets.

 

2011: Vermoesen Reinoud, Markttoegang en 'commerciële' netwerken van rurale huishoudens - de regio Aalst 1650-1800

Tijdens de transitie van een pre-industriële naar een industriële samenleving worstelden rurale gezinnen met de expanderende markteconomie. Door de landelijke huisnijverheid werden huishoudens immers meegezogen in het internationale marktgebeuren. De gezinnen waren daardoor kwetsbaar voor prijsschommelingen, bevoorradingstekorten en andere marktgerelateerde problemen, die in een zelfvoorzienende economie zo goed als ontbraken. Maar de markt bood ook nieuwe mogelijkheden om inkomsten te verwerven en om goederen en diensten te consumeren. Er is dan ook een grote verscheidenheid aan visies over de eigenheid van de peasant gezinnen met hun kleinbedrijf, die de overgrote meerderheid van de toenmalige rurale bevolking van Binnen- Vlaanderen uitmaakten. Via een collectieve biografie van meer dan 600 huishoudens uit de Aal¬sterse regio (Zuid-Oost-Vlaanderen) is achterhaald hoe huishoudens inkomsten verwierven, hoe ze consumeerden en welke netwerken ze daarvoor aangingen. Bijzondere aandacht ging uit naar de transacties tussen rurale gezinnen en naar de stromen tussen de lokale (landelijke) en de stedelijke economieën. Een opmerkelijk resultaat van deze studie is de aanwezigheid van de zogenaamde ‘paardenboeren’, een kleine groep landelijke middelaars, die een brugfunctie verzorgden tussen de huishoudeconomie van de peasants en de markt en tussen het platteland en de stad.
Reinoud Vermoesen (°Dendermonde 1980) studeerde moderne geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Leuven. Nadien was hij mandaatassistent van het Departement Geschiedenis van de Universiteit Antwerpen (UA) waar hij in 2008 promoveerde. In 2009-2010 was hij als gastprofessor verbonden aan de Vakgroep Nieuwe Geschiedenis van de Universiteit Gent en werkte hij als wetenschappelijk medewerker aan de UA. Momenteel is hij als lid van het Centrum voor Stadsgeschiedenis verbonden aan de UA, waar hij eveneens gastprofessor is.

 

2010: Marin Matthieu, Dossiers van gevaarlijke, hinderlijke en ongezonde bedrijven: kritiek en bruikbaarheid voor historisch onderzoek. Een analyse aan de hand van 1ste klasse vergunningen in het Provinciaal Archief West-Vlaanderen, 1863-1970

De hinderwetgeving, die in de vroege negentiende eeuw in de Franse periode van België werd geïntroduceerd, heeft in haar lange bestaan aanleiding gegeven tot de productie van heel wat interessant bronnenmateriaal. Vooral in de laatste decennia lijken onderzoekers de waarde van de dossiers van zogenaamde gevaarlijke, hinderlijke en ongezonde bedrijven (vandaar de term GHO-dossiers) te erkennen. Dit werk heeft tot doel om de toepassing van deze dossiers als onderzoeksbronnen beter te contextualiseren.

Daartoe worden vier deelaspecten van de bron toegelicht. In een eerste hoofdstuk wordt de juridische en administratieve context waarin de bron tot stand kwam, onderzocht. Daarbij gaat vooral aandacht uit naar de manier waarop de opvolging van de wetgeving in de bedrijven werd afgedwongen. Waar historici vroeger geneigd waren de Hinderwet een symboolwet te noemen, kan deze door de studie van de praktijk ook geïnterpreteerd worden als een erg vroege vorm van Multi-Actor Governance. Deze vorm van bestuur gaat immers uit van een overlegmodel met betrokken actoren, in casu de ondernemers en omwonenden. Het vinden van een consensus wordt verkozen boven het opleggen van algemene regelgeving. In het tweede hoofdstuk wordt een brontypologie opgesteld, met de bedoeling een duidelijk overzicht te geven van de informatie die de dossiers aangaande de hinderwetgeving te bieden hebben. Het resultaat is een overzicht dat uitermate nuttig is bij de zoektocht in archieven. In het derde hoofdstuk wordt een status quastionis geschetst van het onderzoek waarin de GHO-bron tot op heden werd gebruikt, en worden suggesties geformuleerd voor de optimalisatie voor toekomstig gebruik in onderzoek. Er lijkt heel wat potentieel aanwezig buiten de reeds bewandelde onderzoekspis-tes, bijvoorbeeld met het oog op kwantitatief economisch onderzoek. Het afsluitende hoofdstuk is een neerslag van de inspanningen om de archivalische situatie van de GHO-bronnen in de provincie West-Vlaanderen op een wetenschappelijk verantwoorde manier te verbeteren.

 

2009: Soens Tim, De spade in de dijk? Waterbeheer en rurale samenleving in de Vlaams kustvlakte (1280-1580)

Met dit boek wordt voor het eerst een afzonderlijke studie gewijd aan de vroege geschiedenis van de Vlaamse waterschappen. Anders dan Nederland wordt Vlaanderen doorgaans niet geassocieerd met een rijk verleden van dijkenbouw en waterbeheersing. Toch stond net de Vlaamse kustvlakte aan de wieg van heel wat belangrijke organisatorische, technologische en financiële innovaties op het vlak van waterstaat, met een duidelijk versnellingsmoment tussen de late dertiende en de zestiende eeuw. In die periode werd de Vlaamse kustvlakte – net als vandaag – geconfronteerd met toenemende wateroverlast en stijgende overstromingsrisico’s, met de ondergang van tientallen dorpen en duizenden hectaren polder- en veenland tot gevolg. Rijkelijk puttend uit het unieke bronnenmateriaal nagelaten door de waterschappen, toont Tim Soens aan dat de grote ecologische en waterstaatkundige problemen in de laatmiddeleeuwse kustgebieden onlosmakelijk verbonden zijn met structurele veranderingen in bestuur en samenleving. In deze cruciale eeuwen werd in de Vlaamse kustvlakte immers de basis gelegd voor een grootschalige en uiterst marktgerichte landbouw. Anderzijds was ook de toenemende bestuurlijke machtsconcentratie zowel binnen als buiten de waterschappen vaak nefast voor het in stand houden van een duurzaam evenwicht tussen mens en natuur in het Vlaamse kustgebied.

 

2008: Bracke Nele, Een monument voor het land. Overheidsstatistiek in België, 1795-1870 (full text)

In de 19de eeuw gebruikten nationale staten de overheidsstatistiek om de staat te legitimeren, de bevolking te controleren, de samenleving te organiseren en de sociale vrede te consolideren.

In het jonge België was dit niet anders. Onder leiding van Adolphe Quetelet groeide de Belgische overheidsstatistiek bovendien uit tot een internationaal gerenommeerd voorbeeld. In Een monument voor het land ontrafelt Nele Bracke hoe de Belgische overheid geïnspireerd door de overheidsstatistiek van vóór 1830 een eigen systeem uitbouwde om informatie over het land en de bevolking bijeen te brengen. Ze combineert een instellingengeschiedenis van de Commission centrale de Statistique met een analyse van de tienjaarlijkse volks-, landbouw- en industrietellingen die vanaf 1846 werden georganiseerd.

Het onderzoek legt zowel de onderliggende structuren en doelstellingen van de overheidsstatistiek als de praktische werkwijze om de statistieken samen te stellen bloot. Nele Bracke dringt door tot de betekenis van de overheidsstatistiek in de 19de-eeuwse staat en samenleving. De officiële statistieken voorzagen het landsbestuur niet alleen van informatie over het land. Ze bepaalden ook op welke manier België werd waargenomen door binnen- en buitenlandse observatoren. Zo ondersteunden de overheidsstatistieken de 19de-eeuwse wordingsgeschiedenis van België.

Een monument voor het land. Overheidsstatistiek in België, 1795-1870 is gebaseerd op het proefschrift waarmee Nele Bracke in 2004 aan de Universiteit Gent het doctoraat in de Geschiedenis behaalde. Het proefschrift werd in 2006 bekroond met de Prijs van het Geschiedeniscomité van Dexia Bank.

 

2006: Devos Isabelle, Allemaal beestjes. Mortaliteit en morbiditeit in Vlaanderen, 18de-20ste eeuw (go to publisher website) (full text)

Dit boek gaat over de spectaculaire stijging van de levensverwachting tijdens de voorbije drie eeuwen. Het is de eerste studie waarin zowel onuitgegeven als uitgegeven materiaal over de geschiedenis van de gezondheid van onze landgenoten wordt bijeengebracht en aan een kritische blik wordt onderworpen. Isabelle Devos bestudeert op een originele manier de mechanismen van de historische sterftedaling en beantwoordt de vraag waarom het onderzoek naar de oorzaken ervan zo blijft aanslepen. Vertrekkende van de discipline van de historische demografie betreedt ze in het tweede deel van haar studie het terrein van de historische epidemiologie. Daarin wordt de rol van insecten als ziekteverspreiders besproken. Essentieel in haar studie is het belang van de lokale geneesheren die reeds op het einde van het Ancien Régime wezen op de gevaren van het milieu. Hun ‘ecologisch’ denken heeft een bewustzijn doen ontstaan dat bepalend is geweest voor de verdere ontwikkeling van de gezondheidszorg.

Isabelle Devos studeerde geschiedenis en demografie. Zij is momenteel als docente verbonden aan de vakgroep Nieuwe Geschiedenis van de Universiteit Gent.

 

2003: Vanfraechem Stephan, Goede nabuurschap. De waterverdragen tussen België en Nederland 1960-2002

De vlotte maritieme toegankelijkheid van de Antwerpse haven is een constante zorg voor verschillende havenbedrijven, hun belangengroepen en de betrokken Vlaamse administratie. De concurrentie ligt immers steeds op loer. Antwerpen verwijt Nederland vaak aan concurrentievervalsing te doen door aanpassingswerken aan de Schelde tegen te houden, wat niet getuigt van goede nabuurschap.
De auteur heeft kritisch verleden en heden van deze verdiepingsproblematiek en aanverwante dossiers uitgespit en is op zoek gegaan naar wie verantwoordelijk is voor het debacle en welke factoren een rol hebben gespeeld.

 

2002: Lambrecht Thijs, Een grote hoeve in een klein dorp. Relaties van arbeid en pacht op het platteland tijdens de 18e eeuw (go to publisher website)

Met de originele dagboeken in de hand reconstrueert Lambrecht de leefwereld van Gillis Coucke, heer en meester in zijn eigen dorp, maar tevens een onbeduidende pachter van een adellijke familie in het verre Gent.
Dit boek voegt een nieuwe dimensie toe aan de al rijke traditie van de Vlaamse rurale en agrarische geschiedenis. Een bijzondere lezing van de zeldzame ‘memorieboeken’ legt een wereld bloot die samen gehouden wordt door interne, weinig zichtbare transacties van arbeid, diensten, goederen en kapitaal, en door netwerken van ruil, krediet en schuld.

 

2002: Verbruggen Christophe, De stank bederft onze eetwaren. De reacties op industriële milieuhinder in het 19de-eeuwse Gent

Het 19de-eeuwse Gent wordt wel vaker beschreven als het Manchester van het continent. Behalve voor haar vroege industriële activiteiten, verdient de stad deze omschrijving evenzeer voor de walmen, het stinkende water en andere vormen van vervuiling die de industrialisatie met zich meebracht. Deze studie is meer dan een lokale monografie. Het is de eerste uitvoerige studie van vervuiling in het 19de eeuwse België en een nieuwe stap om de ecologische geschiedenis de plaats te geven die het binnen de geschiedschrijving verdient.